OOGAFWIJKINGEN
Hieronder geven we beknopt uitleg over de verschillende oogafwijkingen (myopie, hypermetropie, astigmatisme en presbyopie) en een aantal veel voorkomende oogziekten (staar en glaucoom).
MYOPIE
Bijziendheid (Myopie, myopia) is een oogafwijking waarbij de persoon (dan een myoop genaamd) voorwerpen ver weg niet scherp kan zien, maar wel nabij gelegen voorwerpen. Vandaar ook de naam (dicht)bijziendheid.
Het woord myopie komt van het Griekse μυωψ (muoops) bijziend, kortzichtig.
Een bril of contactlenzen met concave lenzen (dus met een negatieve sterkte) zorgen ervoor dat de stralen zo worden afgebogen dat ze samenkomen op het netvlies.
HYPERMETROPIE
Verziendheid (hypermetropie, hypermetropia) is een oogafwijking waarbij een persoon zonder accommodatie van het oog niet scherp kan zien.
Verziendheid wordt veroorzaakt door een te korte oogas of een te geringe sterkte van het brekend stelsel van het oog (hoornvlies plus ooglens), waardoor het beeld van voorwerpen ‘achter het netvlies’ gevormd wordt. Om voorwerpen scherp op het netvlies te krijgen, zal de ooglens voortdurend moeten accommoderen, wat vermoeiend is en hoofdpijn kan geven alsmede branderige ogen en concentratieproblemen, met name in de avond.
Een bril (of contactlenzen) met positieve (convexe) lenzen kan verziendheid compenseren.
ASTIGMATISME (CILINDERAFWIJKING)
De onregelmatige vorm van het hoornvlies en/of de lens van een astigmatisch oog maakt twee brandpunten voor en/of achter het netvlies, zodat het zicht wazig is.
Een bril of contactlenzen met een cilinder zorgen ervoor dat de stralen zo worden afgebogen dat ze in één brandpunt samenkomen op het netvlies.
PRESBYOPIE
Ouderdomsverziendheid (presbyopie) is een oogafwijking die tot gevolg heeft dat je dichtbij slechter kunt zien.
Een normaal oog staat in rust ingesteld op oneindig; om op minder dan 6 meter (optisch oneindig) afstand scherp te zien moet het accommoderen. Met het ouder worden vermindert dit vermogen door het afnemen van de elasticiteit van de ooglens.
Kinderen kunnen bijvoorbeeld met hun neus vrijwel op de tekst toch nog goed lezen. Met het ouder worden moet men de tekst steeds wat verder weg houden, om het nog scherp te kunnen zien. In de praktijk merkt men daar pas wat van na het 40ste levensjaar. Dan wordt de afstand namelijk meer dan de normale leesafstand van 30 cm. Meestal is vanaf de leeftijd van ongeveer 45 jaar een bril met positieve lenzen nodig ter correctie: een leesbril.
STAAR (CATARACT)
Als de helderheid van de lens in het oog vermindert en de lens troebel wordt, spreekt men van cataract. Het licht wordt wel doorgelaten, maar wordt door de troebele lens niet goed gebroken. Hierdoor ontstaat een verkeerd beeld. Deze langzaam toenemende vertroebeling van de lens wordt veroorzaakt door een verandering van de samenstelling van de lens. Vanaf het begin – en zeker na verloop van tijd – kan de vertroebeling aan beide ogen optreden.
Cataract is een oorzaak van slechter zien, maar leidt door de moderne behandelingsmethoden niet meer tot blindheid. Het komt het meest voor bij ouderen (seniele cataract). Op 80-jarige leeftijd heeft gemiddeld 25 % van de mensen cataract. De oude benaming voor cataract is grijze staar.
Er zijn vier vormen van Cataract: naast seniele cataract (bij het ouder worden) zijn er nog drie andere vormen:
- -congenitale cataract: aanwezig bij de geboorte, vaak op grond van erfelijke afwijkingen
- -traumatische cataract: ten gevolge van verwondingen
- –secundaire cataract: als gevolg van ziekte of medicijngebruik.
Wat zijn de klachten?
Eén van de eerste klachten is wazig zien. Je wilt steeds je bril poetsen, terwijl deze niet vuil is. Lezen en televisie kijken gaat moeilijk(er), alles wordt vaag waargenomen. Autorijden in schemer en duisternis is vaak een probleem omdat het licht van de tegemoetkomende auto’s wordt verstrooid. Ook kleuren kunnen verbleken en overtrokken zijn van een gele waas. De klachten kunnen verschillen door de plaats van de cataract in de lens. Er is geen pijn.
Behandeling
Het moment waarop wordt overgegaan tot behandeling hangt af van het stadium waarin de cataract zich bevindt en de beperkingen die je ondervindt in je functioneren. De enige methode om cataract effectief te behandelen is door chirurgisch ingrijpen. Na een grondig onderzoek door de oogarts wordt in overleg met jou besloten de troebele lens te vervangen door een kunstlens.
Bron: AMC
GLAUCOOM
Glaucoom is een ziekte van de oogzenuw. Deze zenuw brengt beelden van het oog naar de hersenen. Beschadiging van de oogzenuw leidt tot uitval van het gezichtsveld (blikveld, omgevingszien) en kan uiteindelijk tot kokerzien en zelfs tot blindheid leiden. Als er schade is ontstaan kan deze niet meer herstellen. Opsporing en snelle behandeling is belangrijk om verdere schade te vertragen of zelfs te stoppen.
Wat zijn de oorzaken van glaucoom?
De precieze oorzaak van glaucoom is onbekend. Wel zijn een aantal risicofactoren bekend:
- Verhoogde oogdruk: verhoogde oogdruk is de belangrijkste risicofactor. Het gaat om de druk binnen in het oog; dit heeft niets te maken met het traanvocht buiten het oog.
- Glaucoom in de familie: als glaucoom voorkomt bij directe (1e en 2e graads-) familieleden, is de kans op glaucoom bijna 10 maal zo hoog als voor iemand zonder glaucoom in de familie.
- Hoge leeftijd.
- Sterke bij- of verziendheid.
- Negroïde afkomst.
- Afwijkingen van de bloedvaten bij of in het oog.
- Bepaalde geneesmiddelen.
- Dikte van het hoornvlies.
Er wordt bij een vermoeden van glaucoom altijd een meting van de oogdruk gedaan.
De oogdruk wordt opgebouwd door productie van kamerwater in het corpus ciliare, dit is een orgaan net achter de iris, en afvoer via het trabekelsysteem, net voor de iris, in de kamerhoek. Bij de meeste vormen van glaucoom is de afvoer van het kamerwater gestoord. Een normale oogdruk ligt tussen de 10 en 21 mmHg. Hoe hoger de oogdruk, hoe groter de kans op glaucoom. Echter, het grootste deel van de mensen met een oogdruk boven de 21 mmHg zal geen glaucoom krijgen. Andersom kunnen mensen met een lagere druk dan 21 ook glaucoom krijgen. Of een oogdruk normaal is, is dus per mens verschillend.
Wat zijn de behandelingen van glaucoom?
Op dit moment is de enige bewezen therapie voor glaucoom het verlagen van de oogdruk. Als de oogdruk voldoende verlaagd wordt, kan verdere toename van gezichtsveld schade meestal worden voorkomen. Schade die al aanwezig was kan helaas niet meer herstellen. Daarom is het zo belangrijk glaucoom zo snel mogelijk te ontdekken. Niet alle mensen met een verhoogde oogdruk worden behandeld. Er zijn namelijk mensen met een (matig) verhoogde oogdruk die geen schade aan de oogzenuw krijgen. Zij hebben geen glaucoom maar oculaire hypertensie. Behandeling is dan niet nodig. Goede controle is wel erg belangrijk. Afhankelijk van andere risicofactoren voor glaucoom, zal de oogarts met je bespreken hoe vaak controle van de oogdruk nodig is. Anderzijds zijn er ook mensen met een normale oogdruk (< 22 mmHg) die wèl schade aan de oogzenuw hebben. Ook als de oogdruk al laag is, kan extra verlaging van de oogdruk toch verdere schade vertragen of voorkomen.
Oogdruppels: Bij behandeling kiest de oogarts meestal eerst voor behandeling met oogdruppels. Er zijn veel verschillende soorten oogdrukverlagende oogdruppels. De oogarts kiest de soort oogdruppels zo dat er een maximaal oogdrukverlagend effect ontstaat met zo weinig mogelijk bijwerkingen.
Lasertrabeculoplastiek: Wanneer de oogdruppels niet voor voldoende verlaging van de oogdruk zorgen, kan de oogarts bij sommige patiënten een laserbehandeling (lasertrabeculoplastiek) uitvoeren. Hierbij wordt het afvoersysteem van het oogvocht met behulp van laserlicht doorgankelijker gemaakt.
Operatie: Tenslotte kan ook een oogdrukverlagende operatie verricht worden.
Bron: AMC
MEER WETEN?
Wil je meer weten over het oog en/of oogziekten? De site www.oogartsen.nl geeft betrouwbare informatie.